Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Te roemen is mij waarlijk [1]niet oorbaar; want ik zal komen tot gezichten en openbaringen [2]des Heeren. 1. Of, voegt mij niet wel; namelijk omdat het roemen een schijn heeft van eigendunkendheid. Versta dan dit, tenware ik tot handhaving mijns apostelschaps daartoe gedwongen worde. Zie hier vs.11,12. 2. Dat is, die mij de Heere gedaan of vertoond heeft.